De politie in Den Haag heeft een man aangehouden die inbrak bij mensen in zijn buurt door onder de huizen door te kruipen. 

Bij de wijkagent waren in korte tijd meerdere meldingen van woninginbraken binnengekomen. Allemaal in hetzelfde gebied, maar zonder dat er sporen werden aangetroffen. Ook een buurtonderzoek leverde niets op. Zelfs toen agenten extra vaak surveilleerden in de wijk, zonder dat zij iets opvallends zagen, bleek er weer twee keer te zijn ingebroken. Opnieuw zonder sporen achter te laten. De politie stond voor een raadsel.

Uiteindelijk zorgde een gepensioneerde wijkagent voor de doorbrak. Hij herinnerde zich een soortgelijke serie inbraken, lang geleden. ‘Kruipruimten Johnny’, noemde hij de mogelijke dader. Uit de plattegronden van de woningen bleek inderdaad dat deze met elkaar waren verbonden door kruipruimten. Na een kort onderzoek in het politiesysteem bleek in de buurt een man te wonen die jaren geleden verschillende woninginbraken pleegde. Agenten gingen bij hem langs en troffen de man aan. In zijn woning lagen de gestolen goederen uit de aangiften.

De man bekende vrijwel meteen dat hij de woninginbraken had gepleegd door de kruipruimten tussen de woningen uit te graven. Hij had een indrukwekkend gangenstelsel gemaakt onder de woningen door. De man hield in de gaten wanneer een van zijn buren niet thuis was. Vervolgens ging hij dan via zijn kruipruimte, door het gangenstelsel naar de woning van zijn buren en kwam via hun kruipluik het huis in.

Later bleek inderdaad dat de inbreker de kruipruimtemethode in een ver verleden ook al eens had toegepast. Hij was in die tijd aangehouden door de gepensioneerde wijkagent die de gouden tip gaf.